In pyjama, klein, ondeugend, slaaphoekig met gulle mond,
sleept een stoel, doelbewust, richting aanrechtblad
Als een jong strateeg loopt ze van het blinkend af, kijkt,
wikt en weegt, voor de juiste plaatsbepaling
De opstap gaat een stuk naar rechts en de knie, gelijk omhoog,
vindt zij klauter klimmend vlug en goed de weg
Het doel in zicht, een hulpstuk van het lepelrek, helt ze over
‘t schoongeboende keukenblad en steekt een handje uit
Jonglerend met het attribuut grijpt ze, blote tenen spietsend,
dat wat gretig op haar wacht, opent deksel en graaft diep
Met een grote lepel – vol genot – kijkt zij rond, niemand kijkt en vlug
stopt zij begeerte in haar mond
© Annemarie Kruit